donderdag 23 april 2015

Documenten uit de dropbox

Quest 2 


Het vmbo in 2030

Nederland in 2030

Nederland heeft binnen de Europese Unie een goede positie op basis van een diensten- en kenniseconomie. Met de mainports Rotterdam en Schiphol heeft Nederland twee sterke troeven in handen in de transitohandel. Doorvoer van goederen en mensen binnen de EU is de kernactiviteit. Daarnaast spelen de mainports een belangrijke rol binnen de in- en uitvoer van goederen naar wereldregio’s als Amerika en Azië. Ook de aanwezige kennis met betrekking tot watermanagement is een belangrijk exportproduct als antwoord op de stijging van de zeespiegel door de klimaatverandering. De regio Amsterdam is door de uitstekende infrastructuur uitgegroeid tot een keyplayer binnen het dataverkeer wereldwijd. Door de toegenomen automatisering staat de werkgelegenheid onder druk. Een werkweek van 16 tot 20 uur is gemeengoed geworden(VU connected, 2014).

Leren voor een beroep                                      statisch

De in de jaren 2015 ingezette ontwikkeling dat vanuit het primair onderwijs meer leerlingen doorstromen naar het algemeen vormend voortgezet onderwijs heeft zich doorgezet. Daarnaast is er door de daling van het aantal kinderen nog minder aanbod voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg binnen het traditionele vmbo (
Sondermeijer, O., 2014). Deze ontwikkeling heeft geleid tot het centraal ontwikkelen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn voor leerlingen die het moeten hebben van hun handen en minder van hun intellectuele vermogen. Deze leerlijn bestrijkt de periode van de laatste twee groepen van het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het mbo. In deze doorlopende leerlijn vormt de ontwikkeling van de 21st century skills het fundament (Voogt & Pareja Roblin, 2010). Er wordt ingestoken wordt op het optimaal ontwikkelen van talent en excellentie (EB management, 2014;Onderwijsraad, 2014). Via het meester-gezel principe worden de toekomstige specialisten in samenwerking met het bedrijfsleven binnen alle sectoren opgeleid (CINOP, 2014). Voor alle opleidingen gelden quota waardoor er selectie plaatsvindt op kwaliteit en daarnaast wordt zo ook de vraag op de arbeidsmarkt gereguleerd zodat de beschikbare middelen zo economisch mogelijk worden ingezet.

Leren voor een beroep                                      dynamisch

Binnen de hierboven geschetste doorlopende leer- en ontwikkelingslijn komt naast de ontwikkeling van de 21st century skills de nadruk te liggen op het werkplekleren. Dit wordt als instrument ingezet om leerlingen op te leiden tot flexibele, communicatieve en breed inzetbare arbeidskrachten die over vaardigheden beschikken om steeds weer nieuwe situaties de baas te kunnen (Onderwijsraad, 2003; KPC, 1999). Een tweede instrument wat wordt ingezet om de verbinding tussen school en maatschappij te versterken en zo het onderwijs contextrijk te maken is het inrichten van hybride leeromgevingen (ECBO, 2010). Door mee te werken in professionele leergemeenschappen (KPC, 2011) worden door collectief leren gemeenschappelijke kennis, vaardigheden en attituden ontwikkeld. De leerlingen komen samen met elkaar en professionals tot nieuwe inzichten, verbinden perspectieven en creëren zo nieuwe kennis. Door het vergroten van de flexibiliteit, de communicatieve vaardigheden en het probleemoplossend vermogen bij de leerlingen worden zij beter opgeleid voor een beroep wat steeds aan verandering onderhevig is door de voortdurende technologische en economische ontwikkelingen. Duurzaamheid speelt een centrale rol bij de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. In het onderwijs vertaalt dit zich in het goed leren omgaan met jezelf, je medemensen en het milieu. Burgerschapsvorming in deze is belangrijk. Maatschappelijke stages zorgen naast het werkplekleren en de hybride leeromgeving voor een sterke band met de samenleving.

Leren voor het leven                                          statisch

Nederland in 2030 is een kenniseconomie waarin door vergaande automatisering de werkweek is teruggebracht naar 16 tot 20 uur (VU connected, 2014). De overheid speelt een nadrukkelijke rol binnen de leefbaarheid van de maatschappij. Welzijn is belangrijker geworden in een maatschappij waar grenzen zijn gesteld aan de welvaart. Dit laatste is een logisch gevolg van de nadruk op een duurzaam wereldbeeld waarin het zuinig omgaan met de aarde en haar levensbronnen voorop staat. Ook solidariteit staat hoog op de agenda. Voor mensen met onvoldoende werk is er een basisuitkering. Als tegenprestatie verrichten zij werk voor de maatschappij. Hierbij staat het principe “zorgen voor elkaar” centraal. Op deze wijze hebben het jeugd- en buurtwerk, sportverenigingen, het onderwijs tot 16 jarigen en de zorg voor zieken en ouderen extra handen gekregen waardoor professionals zich beter kunnen richten op het leveren van kwaliteit. Zo wordt er vorm gegeven aan een duurzame maatschappij waarin sociale verbanden na een periode van individualisering weer volop prioriteit krijgen. Ook nu is er weer sprake van de bovengenoemde doorlopende leerlijn waarin het onderwijs een bijdrage levert aan de stabiliteit van mensen en de samenleving door lessen over items als gezond leven, omgaan met andere culturen, geluk en een duurzame maatschappij. Dit wordt versterkt door lokale partnerschappen tussen ouders, gemeenschap en school (Naber en Bey, 2007: NJI, 2012). Het onderwijs vindt plaats in gebouwen die economisch en duurzaam zijn ingericht, met aandacht voor multifunctioneel 24/7 gebruik in en met de omgeving waarin ze staan. De curricula voor het onderwijs tot 16 jarigen zijn gestandaardiseerd en aangevuld met 21st century skills en burgerschapsvorming. Via het meester-gezel principe worden de toekomstige specialisten in samenwerking met het bedrijfsleven binnen alle sectoren opgeleid (CINOP, 2014). Het life long learning (Van Dellen, 2011) wordt door de overheid vormgeven door certificering. Elke vier jaar moeten professionals op de werkplek opnieuw hun proeve van bekwaamheid afleggen waardoor kwaliteit geborgd wordt.

Leren voor het leven                                          dynamisch

In de bovengenoemde doorlopende leerlijn levert het onderwijs een bijdrage aan de stabiliteit van mensen en de samenleving door items als gezond leven, omgaan met andere culturen, geluk en een duurzame maatschappij. Burgerschapsvorming is belangrijk en wordt vorm gegeven door middel van maatschappelijke stages. In de doorlopende leerlijn wordt recht gedaan aan verscheidenheid en wordt ingestoken op het optimaal ontwikkelen van talent en excellentie. Toverwoord is hierbij het gepersonaliseerd leren (Studulski, 2015); meer zelfstandigheid in leren door de leerling, zo mogelijk in individuele leerroutes, op basis van de leerbehoeften en voorkeuren van leerlingen, waarbij ICT ondersteunend is. Door meer aan te sluiten bij de belangstelling van de leerlingen, of door hen meer regie te geven over het leren wordt er recht gedaan aan de autonomie die leerlingen ervaren in het onderwijs. De leerling leert de regie te pakken voor zijn handelen en leren. Dit is noodzakelijk om te kunnen functioneren in de maatschappij van 2030. Door het vergroten van de flexibiliteit, de communicatieve vaardigheden en het probleemoplossend vermogen bij de leerlingen worden zij beter opgeleid voor een beroep wat steeds aan verandering onderhevig is door de voortdurende technologische en economische ontwikkelingen.



Bronnen:

·         Deen, C. & Laan, M., 2012. Handreiking Samenwerken met ouders in het voortgezet onderwijs. Het bevorderen van de verbinding tussen school, ouders en leerling. Retrieved from: https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=2&cad=rja&uact=8&ved=0CCcQFjAB&url=http%3A%2F%2Fwww.zat.nl%2Fpublicaties%2FHandreiking_Samenwerken_met_ouders.pdf&ei=Xpf0VMHeFcGY7gaO5oH4Dw&usg=AFQjCNFiBLbxT4BvVbMSGbIXjNytalReWw&sig2=7IyNweA3125Fud5LxPidqg&bvm=bv.87269000,d.ZGU
·         KPC, 1999. Leren en opleiden op de werkplek. Werkdocument. Retrieved from: http://www.kpcgroep.nl/~/Media/Files/Publicaties/Leren_en_opleiden_op_de_werkplek.ashx
·         Onderwijsraad, 2003. Werkplekleren in de beroepsonderwijskolom. Retrieved from: http://www.onderwijsraad.nl/upload/publicaties/394/documenten/werkplekleren_complete_pdf.pdf
·         Sondermeijer, O. 2014 Kengetallen in vmbo mbo Ad en hbo in het ECABO-domein. Retrieved from:
https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&cad=rja&uact=8&ved=0CCEQFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.ecabo.nl%2Fsites%2Fdefault%2Ffiles%2Farbeidsmarktonderzoek%2F2014%2FKengetallen%2520vmbo%2520mbo%2520Ad%2520hbo%2520-%2520januari%25202014.pdf&ei=KXb0VOq_Ouq67gbZwYAQ&usg=AFQjCNF3knG3dawmiureHwpyxW9wFSgVFA&sig2=zGtxBSxVVamF2x6ZKkGBPw&bvm=bv.87269000,d.ZGU




Quest 3

OLI (Open Learning Initiative) leren voor het leven – dynamisch


In dit scenario komen de volgende kernbegrippen naar voren:
·         lifewide en lifebased learning met de drie basisbehoeften bekwaamheidsontwikkeling, zelfsturing en het leggen van verbindingen met anderen.
·         Competenties die vanuit drie dimensies worden ontwikkeld: kwalificering, socialisering en subjectivering.
·         Een curriculum wat breed, actueel en betekenisrijk is waarin ICT is geïntegreerd.
·         Het OLI staat midden in de lokale gemeenschap en wordt door allerlei betrokkenen gebruikt.

[De afbeelding van de SWOT] is niet te plaatsen



Beschrijving:
Sterktes:         Doordat het gehele vmbo in de gemeente Oss geconcentreerd is binnen twee locaties van het Hooghuis is het mogelijk om een groot aanbod van praktijkrichtingen te bieden aan onze leerlingen. Dit biedt kansen om tot smal (één richting) en breed (intersectoraal programma) op te leiden al naar gelang de behoefte van de leerling. Onze praktijklokalen zijn zeer goed geoutilleerd wat bijdraagt tot contextrijk leren. Dit contextrijk leren wordt verder versterkt door de gehanteerde werkplekkenstructuur, een lint- en blokstage en het werkplekleren binnen de andere locaties van het Hooghuis. Door de herstructurering van het onderwijsaanbod op alle Hooghuis-locaties is het mogelijk om samen met onze buurman, locatie Mondriaan met voornamelijk havoleerlingen, een praktijk-havo te ontwikkelen. Hierdoor krijgen deze leerlingen meer kansen bij de doorstroom naar het mbo en het hbo. In de avonduren wordt onze locatie volop gebruikt voor het geven van allerlei nascholingscursussen en andere opleidingen voor volwassenen. Als basis voor de ontwikkeling van onze leerlingen wordt er vooral ingestoken op het vergroten van de competenties en vaardigheden waar ze goed in zijn en daarnaast het verbeteren van die gebieden waar ze minder goed in zijn. Deze talentontwikkeling wordt vormgegeven door de talententijd, de loopbaanbegeleiding (LOB) en de sportklas. Binnen dit programma wordt de lijn gevolgd van jezelf leren kennen, je talenten te ontdekken en deze verder te ontwikkelen. Binnen de bovenbouw is dit schooljaar een start gemaakt met de uitwerking van het vernieuwd vmbo waardoor er mogelijkheden komen om de leerlingen breder op te leiden en er meer recht kan worden gedaan aan de ontwikkeling van hun talenten (Rijksoverheid, 2014).
Zwaktes:         Onze leerlingen zijn over het algemeen zwak in het begrijpend lezen en hebben ook geen leescultuur van thuis uit meegekregen. De computer is voor hen géén middel voor het vergroten van kennis. Wel een middel om te gamen en hun sociale contacten te onderhouden. In ons lesprogramma is te weinig structurele aandacht voor het ontwikkelen van de digitale geletterdheid (SLO, 2014) bij onze leerlingen. Daarnaast komen de andere onderdelen bij de 21st century skills zoals beschreven door Voogt en Pareja Roblin (2010) wel aan de orde in ons curriculum maar vormen ze niet de basis van ons curriculum. In mijn ogen zouden ze de onderlegger van ons curriculum moeten zijn. Vanuit deze grondgedachte worden dan de accenten gezet bij de diverse vakken. Op dit moment wordt er binnen onze locatie gewerkt aan de herstructurering van de onderbouw. Deze is nu vooral gericht op de organisatie van het onderwijs (dakpanklassen). De 21st century skills zouden naar mijn idee hierin opgenomen moeten worden. Geld kan maar één keer worden uitgegeven (want ook onze locatie moet bezuinigingen als gevolg van een hogere uitstroom van leerlingen dan instroom) en de overheid stelt de maatschappelijke stage niet langer meer verplicht. Dit zijn twee oorzaken waardoor de verdere implementatie van de maatschappelijke stage binnen onze locatie op een lager pitje is komen te staan. Hierdoor worden de kansen die de maatschappelijke stage onze leerlingen biedt om de maatschappij op een andere manier te leren kennen niet volledig benut.
Kansen:          Het Hooghuis staat midden in de maatschappij. Van het aanbod van de groep 8 leerlingen kiest voor komend schooljaar meer dan 80 % voor onderwijs op één van onze zeven locaties. Deze sterke positie wordt mede bepaald door de goede contacten met het primair onderwijs (Hooghuis-contactpersoon per school voor het geven van informatie en begeleiden van de warme overdracht naar het vo, hulp bij het organiseren van sportdagen [afdeling Sport & dienstverlening] en het beschikbaar stellen van faciliteiten aan het primair onderwijs). In de samenwerking met het ROC speelt de talentencampus een rol. Hier wordt verbindend leren verder uitgewerkt. Door de stages en de daaruit voortvloeiende contacten beschikt Het Hooghuis over een breed netwerk en wordt er naast de samenwerking ook volop mogelijkheden gezocht om zich als school en daarmee hun leerlingen te profileren binnen de lokale gemeenschap. Zo was onze school bijvoorbeeld prominent aanwezig bij SamenLoop voor Hoop. Een manifestatie om geld in te zamelen voor het onderzoek naar kanker. Niet alleen door het meelopen van leerlingen en docenten maar ook door leerlingen te laten participeren in de organisatie. Als cultuurprofielschool zoekt het Hooghuis steeds opnieuw de samenwerking met diverse culturele instellingen in de gemeente Oss. Er zijn op school twee museumlokalen die ingericht zijn met kunstwerken, worden er workshops verzorgd door lokale kunstenaars en zijn er afdelingen op school als vorm & ambacht en theater. Dit geheel draagt bij aan de persoonlijke vorming van onze leerlingen.
Bedreigingen:                        De overheid steekt sterk in op het verder ontwikkelen van kennis en voert hierbij referentieniveaus in voor rekenen en taal. Dit zijn nu net twee leergebieden waarin onze leerlingen niet altijd uitblinken. Volgens de huidige regelgeving kan een onvoldoende voor rekenen op je eindlijst het komende schooljaar betekenen dat je alleen toelaatbaar bent op niveau 1 en niet mag starten op het niveau dat bij je talenten past. Dit leidt tot onderpresteren bij leerlingen en hierdoor worden hun talenten niet verder ontwikkeld. Naast de krimp van het aantal leerlingen als gevolg van demografische ontwikkelingen is er binnen de advisering vanuit het primair onderwijs sprake van een opwaartse druk. Meer leerlingen dan voorheen krijgen een avo-advies. Deze twee factoren leiden tot minder aanbod van leerlingen voor onze locatie met als gevolg minder bekostiging. Hierdoor komt het voorzieningenniveau en ons onderwijsaanbod op onze locatie onder druk te staan. Het life-wide learning is voor onze leerlingen een gegeven waaraan zij , gezien hun ervaringen uit het verleden erg aan moeten wennen. In het ombuigen van dit negatieve gevoel bij leerlingen ligt voor onze school een mooie opdracht voor de toekomst.

Nationaal experticecentrum leerplanontwikkeling (SLO), 2014. http://www.slo.nl/downloads/2014/21e-eeuwse-vaardigheden-conceptueel-kader.pdf/
Voogt, J. & Pareja Roblin, N., 2010. 21st century skills. Discussienota. Universiteit Twente.

Quest 4

Duo-interview.

Samen met Geert Duijs onze beide scenario’s besproken. Binnen mijn leerteam, Eduquest 2030, is er gekozen voor scenario 4 Open Learning Initiative [OLI]. De delen van de onderliggende kwadranten die hierin naar voren komen zijn leren voor het leven en dynamisch.
In dit scenario komen de volgende kernbegrippen naar voren:
  • lifewide en lifebased learning met de drie basisbehoeften bekwaamheidsontwikkeling, zelfsturing en het leggen van verbindingen met anderen.
  • Competenties die vanuit drie dimensies worden ontwikkeld: kwalificering, socialisering en subjectivering.
  • Een curriculum wat breed, actueel en betekenisrijk is waarin ICT is geïntegreerd.
  • Het OLI staat midden in de lokale gemeenschap en wordt door allerlei betrokkenen gebruikt.

Het vmbois al lang geen eindonderwijs meer. Op onze school stroomt 96 % van de leerlingen door naar het vervolgonderwijs. Hiermee vindt dus kwalificering plaats. Er is binnen onze school veel aandacht voor socialisering; door contextrijke leeromgevingen, diverse stages en veelvuldige samenwerking met het bedrijfsleven, verenigingen en andere betrokkenen binnen de gemeente Oss worden de jongeren deelgenoot van tradities en praktijken. De bovengenoemde elementen vullen een deel van de persoonsvorming van onze leerlingen. Doordat we een cultuurprofielschool zijn belichten we ook een andere kant van de subjectivering van onze leerlingen.
Het bovenstaande sluit aan op de drie basisbehoeften. De bekwaamheidsontwikkeling is op dit moment het sterkst ontwikkeld, het leggen van verbindingen met anderen heeft ook al een stevig fundament, zoals hierboven beschreven. De ontwikkeling van zelfsturing bij onze leerlingen begint langzamerhand vorm te krijgen. De leerling moet actief worden in zijn eigen leer- en ontwikkelingsproces. In de rol van docent wordt daarin steeds nadrukkelijk een beroep gedaan op de rol van coach. De docenten hebben bijvoorbeeld dit schooljaar een collectieve scholing gehad op het gebied van reflecteren gekoppeld aan de loopbaanoriëntatie binnen onze school. Veerkracht en aanpassingsvermogen zijn de sleutelcompetenties zijn om in een dynamische samenleving te kunnen participeren. De ontwikkeling van deze competenties bij onze leerlingen zou in mijn ogen centraal moeten staan. De digitale geletterdheid bij onze leerlingen en het zinvol gebruik van ICT binnen ons huidige onderwijs zal verder ontwikkeld moeten worden waarbij de 21st century skills het uitgangspunt van ons curriculum moeten zijn. De leerling moet leren de regie te pakken voor zijn handelen en leren. Dit is noodzakelijk om te kunnen functioneren in de maatschappij van 2030. Door het vergroten van de flexibiliteit, de communicatieve vaardigheden en het probleemoplossend vermogen bij de leerlingen worden zij beter opgeleid voor een beroep wat steeds aan verandering onderhevig is door de voortdurende technologische en economische ontwikkelingen.

Adviezen met betrekking tot het verder professionaliseren van mijn collegae:
·         Het verder vergroten van hun coachende vaardigheden zodat zij de leerling nog beter kunnen begeleiden in het ontwikkelen van hun zelfsturing.
·         Gezamenlijk gaan ontdekken wat het ontwikkelen van de 21st century skills bij onze leerlingen betekent voor het docentgedrag en de inrichting van ons onderwijs.
·         Gezamenlijk een pakket ontwikkelen en gezamenlijk scholen waardoor de digitale geletterheid bij onze leerlingen wordt verbeterd.
·         Vergroten van de vaardigheden bij mijn collegae in het toepassen van activerende werkvormen waardoor de leerling wordt uitgedaagd om de regie te pakken over zijn ontwikkelingsproces.

 Adviezen met betrekking tot de inrichting en vormgeven van onze organisatie:
·         Binnen de herstructurering van de onderbouw het curriculum toetsen aan de 21st century skills. Het ontwikkelen van deze skills moet de onderlegger zijn voor de inrichting van het curriculum.
·         Talentontwikkeling en loopbaanoriëntatie voorzien van een stevig fundament binnen onze organisatie. Het mag geen sluitstuk zijn.
·         Een beleid ontwikkelen m.b.t de plaats van ICT binnen ons onderwijs. En daarnaast investeren in de bijbehorende infrastructuur.

Aansluiting op toeleverend onderwijs en vervolgonderwijs:
·         De contacten met het toeleverend onderwijs hebben al een stevig fundament. Hierop kan worden verder gewerkt aan de innige samenwerking.
·         Voor wat betreft het vervolgonderwijs zijn er mooie initiatieven die verder uitgebouwd kunnen worden. In de begeleiding van leerlingen naar het vervolgonderwijs zal de nadruk nog meer moeten komen liggen op zelfsturing en op het ontwikkelen van het besef bij leerlingen dan de wereld bij Oss niet ophoudt. Dus zoek die opleiding die bij jou past op het gebied van interesse en bekwaamheid maar zeker ook op je persoonlijke ontwikkeling. De leerlingen moeten gaan beseffen dat voor hen het life-wide learning realiteit wordt.

Maatschappelijke ontwikkelingen die een rol spelen in dit scenario:
·         Binnen de maatschappij is er vraag naar hoog opgeleide mensen. Ons type leerling moet zich hierin profileren op het gebied van vakbekwaamheid, sociale vaardig zijn en zich flexibel kunnen opstellen.
·         Door de demografische ontwikkelingen zullen er minder leerlingen zijn in de toekomst. Dit wordt verder versterkt door de opwaartse druk op de advisering a.g.v. de vraag naar hoog opgeleide mensen.
De school zal hierop moeten inspelen door de zelfsturing bij leerlingen te vergroten en de goede contacten met het bedrijfsleven en het vervolgonderwijs in te zetten om blijvend kansen voor ons type leerlingen te creëren.

Waardenladder
Met mijn leerteam, Eduquest 2030,  aan het werk geweest voor het bepalen van de ethische waarden van ons scenario [http://eduquest2030.edublogs.org/2015/04/13/waardenladder/]. In ons team kwamen we tot de volgende vijf waarden:
·         Persoonlijke ontwikkeling
·         Erkenning/waardering
·         Kwaliteit
·         Flexibiliteit
·         Duurzaamheid

Deze waarden zijn mij als docent binnen het vmbo op het lijf geschreven. De persoonlijke ontwikkeling staat voor mij centraal waarbij socialisering en subjectivering in mijn optiek voor ons type leerling nog zwaarder wegen dan kwalificering.
Erkenning en waardering zijn binnen het vmbo een noodzakelijke voorwaarde. Onze leerling moet zich gekend voelen en gewaardeerd voelen. Dat is de basis van de relatie die je met deze leerling in mijn ogen moet hebben. Is die relatie er, dan is lesgeven binnen het vmbo heerlijk om te doen. Elke dag weer.
Het leveren van kwaliteit is bij mij een grondhouding. Altijd ga ik voor kwaliteit. Dit gaat boven de vorm. Het zit ingegoten in mijn genen. Ook bij het klussen in het huis, de tuinaanleg of bij mijn hobby (modelbouw) leg ik de lat hoog. Mijn vrienden zeggen dan dat er naast de TÜV-norm ook nog eens een Harry-norm bestaat.
Flexibiliteit is een voorwaarde binnen het onderwijs dat elke dag anders is. Het kunnen leveren van kwaliteit en je flexibel kunnen opstellen zijn in mijn ogen twee aspecten waarmee onze leerlingen zich kunnen onderscheiden van hun concurrenten op de arbeidsmarkt.
Als laatste waarde staat duurzaamheid. Duurzaamheid in je manier van leven, in omgaan met elkaar en met je omgeving vind ik belangrijk. Mijn doelgroep is daar nauwelijks mee bezig. Een mooie uitdaging dus voor mij en hen binnen hun persoonlijke ontwikkeling!

Quest 5


                                                                              







Feedback van Harry Geurts aan Peter Bossong

Hoi Peter,
Het valt niet mee om voor jouw doelgroep, met hun specifieke kansen en belemmeringen, een plaats te vinden in het gekozen scenario van Pooh. Tot nu toe zit Passend Onderwijs nog in een beleidsfase. Komt elke participant tot zijn recht in het samenwerkingsverband? Daar draait het volgens mij op dit moment om. Wat dit betekent voor de praktijk dus de leerling, de docent en de school is nog heel veel koffiedik kijken naar mijn idee.

P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
Bestaat er zoiets als een netwerk van VSO-scholen waar men bijvoorbeeld informatie uitwisselt over hoe het VSO te profileren als KEC in de samenwerkingsverbanden? Zou je daar je licht kunnen opsteken?
In je blog heb je goed om feedback gevraagd bij groepsleden die buiten jouw werkveld staan. Dit geeft een frisse kijk op de materie
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
Ik proef in je scenario’s een grote mate van zorg. Deze betrokkenheid is goed, laat hem echter niet doorslaan naar doom-denken. Dat kunnen jullie en jullie leerlingen niet gebruiken.
Je kijk op de problematiek is realistisch. Natuurlijk hebben leerlingen met deze problematiek ankerpunten nodig. In mijn ogen zijn de docenten van het VSO deze ankerpunten. Jullie moeten ons daarin gaan coachen en begeleiden willen de bovengenoemde leerlingen een kans maken. Het betrekken van ouders, als ervaringsdeskundigen, erbij is zeer goed. Zij zullen het hele proces moeten monitoren
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
Ik ben benieuwd hoe je jouw doelgroep in het scenario van Pooh hebt weten te borgen. Misschien iets voor de werkcoach?
Als team zijn jullie daar heel goed in geslaagd. Erg mooi storyboard



Vraag / vragen t.b.v. de dialoog

Hoe ziet de toekomst voor jouw doelgroep binnen het gekozen scenario van Pooh eruit?

Feedback van Harry Geurts aan Geert Duijs

P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
De heersende cultuur m.b.t. dit onderdeel binnen de afdeling techniek is zeer zeker naar buiten gericht. Misschien zou je dat nog iets sterker kunnen verwoorden
Je bent vanuit jouw positie binnen Het Hooghuis al betrokken bij een aantal werkgroepen binnen Het Hooghuis-breed en stichting Carmel. Je hebt in je studie goed gebruik gemaakt van externen o.a. binnen andere LA-‘s
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
Het digitale portfolio lijkt mij een mooi onderwerp in een mogelijke verder verdieping binnen het onderwijs in de sector waarin je werkzaam bent.
Je hebt een goede kijk op dit onderdeel. Je SWOT is daar een goed voorbeeld van. Heel goed dat je vasthoudt aan het relatiegerichte element wat een docent die werkt met dit type leerlingen absoluut nodig heeft ten opzichte van het virtuele geweld wat team GSM erin gooit.
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
Je geeft en je blog blijk van een grote mate van realiteitszin. Goed om dit in te zetten als tegenkracht tegen te-veel-buiten-de-kaders–denken.
Daarmee zit het wel goed, kijkend naar jouw blog en jouw bijdrage binnen het challengeteam

Vraag / vragen t.b.v. de dialoog
Deze vind ik lastig te formuleren want ik weet niet of je wel een rol hebt binnen de presentatie van GSM op de Challenge Day of dat je juist volop in actie bent voor het Challengeteam


Feedback van Harry Geurts aan het Challenge (Day) Team





Tip
Top
Organisatie
Bijv. ruimte, passend bij de opdracht
Dit tipje van de sluier had uit praktische overwegingen iets eerder mogen worden opgelicht.
De link tussen back to the future en de carboot-presentatie vind ik geniaal. Heerlijk hoe jullie hiermee iedereen aan het werk hebben gezet!
Communicatie
Bijv. tijdig, duidelijk, overzichtelijk, bereikbaar, opzet blog etc.
Ik dacht niet dat ik als laggard op het gebied van moderne communicatiemiddelen jullie daarover een tip kan geven.
De communicatie is in mijn ogen prima geweest. Zeer zeker niet eenzijdig van opzet en met voldoende mogelijkheden om te reageren.
Vormgeving v.d. dag
Bijv. creatief, uitdagend
De eerste presentatieronde kwam qua tijd in de knel. Je zou ook kunnen kiezen voor Intro, ronde 1+2, eten ronde 3+4. Dan blijft naar mijn idee de focus beter behouden

Intro was top


Feedback van:­­­­­­­­­­­­ Peter Bossong                      aan­­­­­­­­­­­­­­­­­­­: Harry Geurts



P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
Ga meer in overleg met de MBO scholen waar jullie je leerlingen naar laten doorstromen en ga juist met hen in gesprek over hoe leerlingen af te leveren op het voor hen gewenste niveau.
Super dat jullie de samenwerking zoeken met de HAVO waardoor een soort praktijkhavo wordt en havisten op competenties bevraagd worden.
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
Welke visie heb jij als het gaat om een open leer initiatief? Doen jullie er ook direct iets mee voor jullie eigen leerlingen. Nu lees ik vooral dat in de avonduren de school gebruikt wordt door volwassenen. Worden de avondlessen ook door jullie zelf verzorgd?
Goed dat jullie de school open stellen voor de buurt. Dat iedereen binnen kan lopen.
Top dat in de avonduren praktijkcursussen aangeboden worden aan volwassenen bij jullie op school.
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
Misschien is het handig om naast het werken met kunstenaars nog meer verbreding te zoeken met andere maatschappelijke instellingen.
Het samenwerken met kunstenaars is natuurlijk heel erg creatief en out of the box denken.



Vraag / vragen t.b.v. de dialoog

Hoe willen jullie als school en Open Learning Initiative zijn en welke voordelen heeft dat voor jullie eigen populatie leerlingen? ……………………………………………………………………………………………………….

Welke stappen gaan jullie ondernemen als school om voor een betere aansluiting te zorgen vanuit het vmbo op het mbo? ……………………………………………………………………………………………………….

In hoeverre denken jullie het out of the box denken te kunnen toepassen binnen het vernieuwende onderwijs concept van het groepsscenario? ……………………………………………………………………………………………………….


Feedback van Nicole Beijen___aan  Harry__



P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
Je hebt nu medestudenten gevraagd om feedback op jouw onderdelen in de blog. Feedback van anderen binnen jouw organisatie zouden je eventueel andere inzichten kunnen geven.
Je hebt een duidelijk blog, onderbouwt vanuit de theorie. Daarin laat je zien wie je bent en welke vragen jij jezelf stelt. Bijvoorbeeld op de manier waarop je je afvraagt wat de meerwaarde is van gamification  Alleen al de naam: ‘Harry’s Vision’!
Mooi ook hoe je beschrijft hoe de waardenladder bij jou als persoon aansluit.
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
Ik geloof erin dat jij een rol zou kunnen spelen binnen de adviezen die je beschrijft. Deze rol voor jou zou je nog iets explicieter kunnen beschrijven .
Je laat zien in jouw blog wat de consequenties zijn van het realiseren van jullie scenario binnen ‘Het Hooghuis’. Daarin geef je ook door middel van heldere adviezen aan hoe de eerste stappen gezet kunnen worden
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
De beelden zouden nog meer innovatief mogen zijn.

Jullie hebben een mooi beeld geschetst binnen jullie scenario. Daarbij gebruik gemaakt van Animoto en Thinglink. Creatief en mooi vormgegeven.


Vraag / vragen t.b.v. de dialoog

Hoe ziet het leerteam eruit dat de kinderen en jongeren bijstaan?

Wat is precies de taak van de personen binnen dit team?

Welke rol zou jij als mli-er binnen dit team kunnen vervullen?



Ik ben benieuwd naar jullie presentatie! Het ziet er allemaal veelbelovend uit!

Succes!

Nicole



EINDE BLOG!!!!!!